6 januari

Geroosterde kip met dikke waterkerssaus


Mijn moeder heeft een nieuw kookboek over kip gekocht en heeft daar meteen uit gekookt. Het boek heet Poulet. Eigenlijk ben ik niet zo dol op zo’n hele kip, maar mijn ouders vinden het heerlijk, dus komt er vaak zo’n hele vogel op tafel bij ons. De dikke waterkerssaus is heel lekker bij de kip.

Geroosterde kip met waterkerssaus
Hoofdgerecht, 4 personen
Bereidingstijd: 20 minuten, plus 50-60 minuten oventijd

1 hele kip van ca. 1,5 kg ( gewassen en goed gedroogd)
2 el boter, op kamertemperatuur
1 klein bosje verse kruiden, zoals tijm, basilicum of peterselie
zeezoutvlokken
Voor de waterkers-saus:
115 g waterkers (ca. 2 kleine bosjes), harde stelen verwijderd
75 ml olijfolie
1 el witte-wijnazijn
1 el dijonmosterd
1 tl zout
1 sjalotje, fijngehakt

1 Laat de kip 30 minuten op kamertemperatuur komen. Verwarm de oven voor op 230°C. Leg de kip in een grote gietijzeren pan of braadslee. Duw met je vingers voorzichtig 1 eetlepel boter onder het vel bij de borstfilet, verdeel het zo goed mogelijk en let erop dat het vel niet scheurt. Wrijf de buitenkant van de borstfilet en de poten met de andere eetlepel boter in. Stop het bosje kruiden in de holte van de kip. Bestrooi de kip royaal met de zoutvlokken.
2 Rooster de kip  afhankelijk van de grootte in 50-60 minuten goudbruin Als je een punt van een mes in het dijenvlees steekt moeten de sappen helder zijn en niet roze of rood. Laat de kip voor het aansnijden 5 minuten staan.
3 Maak intussen de waterkers-saus. Hak de waterkers grof en pureer het samen met de olie, azijn, mosterd en zout met een staafmixer of in een keukenmachine tot een zachte pureeachtige saus.  Schep de saus in een schaaltje en meng het sjalotje erdoor. Serveer bij de kip.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten